Tekst Els Arends | Fotografie Bob van de Water en Cuppens +zn

Paarse boerderij is (voor even) wit

Bob van de Water en Noortje van Reen zijn vijfeneenhalf jaar bezig geweest met de restauratie van de paarse boerderij in Nijmegen, destijds een bouwval die op instorten stond. Ze hadden daarom niet verwacht dat de gemeente er bovenop zou zitten. Stef Cuppens van Cuppens +zn Aannemers bv raakte in 2015 bij het project betrokken.

Bob van de Water vroeg in 2015 drie aannemers om een offerte voor de restauratie op te stellen. Alleen Stef Cuppens durfde het avontuur aan. Bob kreeg al snel de meerwaarde van een Erkend Restauratie Bouwbedrijf in de gaten: ‘Stef heeft me een beetje moeten opvoeden. Hij wilde bewaren wat goed was, de historische kozijnen zijn bijvoorbeeld allemaal gedemonteerd en hersteld. De architect, en ik ook aanvankelijk, wilde gewoon alles vernieuwen.’ In eerste instantie besprak Bob zelf zijn plannen met de gemeente. Dat contact verliep stroef tot Cuppens +zn het overnam. Bob: ‘Een uitvoerder als Emiel Banken, met ruime ervaring in de restauratie, kan op niveau met de gemeente overleggen over de aanpak. Het overleg was constructief en de gemeente is iedere week komen kijken naar de vorderingen.’

Wolfseind

Toen Bob en Noortje de boerderij kochten was dochter Saar bijna twee jaar. Inmiddels zijn er twee kinderen bijgekomen: Rijk en Fien. Over de indeling van de boerderij hebben Bob en Noortje lang gesteggeld. Zo wilden ze de ouderslaapkamer eerst op de begane grond situeren. Uiteindelijk werd het de verdieping (dichter bij de kinderen). Hiervoor werd het dak boven het staldeel verlengd en kreeg het de vorm van een wolfseind. De ingreep was historisch goed te onderbouwen. Aan de nokbalk en aan de sporen kon je zien dat het dak ooit is ingekort. Bovendien tonen historische foto’s van de straat dat de boerderijen die er vroeger stonden ook wolfseinden hadden.

Hergebruik

Het voorhuis en de deel vormen één grote ruimte. De scheiding wordt gemarkeerd met een paar treden, afgewerkt met estrikken die in het voorhuis zijn aangetroffen. Gevonden IJsselsteentjes zijn verwerkt in de wc-ruimte. Alle historische materialen en vondsten zijn zo mogelijk opnieuw gebruikt. Zoals eeuwen voor ons al is gedaan, ook bij de paarse boerderij zelf. Het pand uit circa 1800 is opgetrokken uit bouwmaterialen uit allerlei periodes, tot de vijftiende eeuw aan toe. Deze zijn waarschijnlijk van elders aangevoerd.

Kapconstructie

De grootste uitdagingen van dit project waren de spanten en de kap. Daar konden restauratie-timmerlieden Tiny en Ronny, het kernteam bij deze restauratie, hun vakmanschap mooi op uitleven. Overal zijn de balken in het zicht gehouden. Van de balken die van de oude kapconstructie behouden konden blijven, is een enkele zwartgeblakerd. Niet omdat er ooit brand is geweest, maar omdat er vroeger een rookkanaal langs liep. In de deel vangt een stalen balk, geplaatst boven een licht doorgebogen draagbalk die constructief niet meer voldeed, de krachten van het dak op. Het oude gebint kon zo bewaard blijven. De andere grote, ambachtelijke uitdaging was het herstel van de kozijnen, door timmerlieden Theo en Hans volbracht in de werkplaats van Cuppens.

Binnenschil

De ingrepen aan het metselwerk beperkten zich tot het opnieuw opmetselen van het bovenste deel van de gevels, vlak onder de muurplaat, en verder hier en daar wat inboetwerk. Met porisoblokken is in de boerderij een binnenschil gebouwd, waarop ook de nieuwe balken voor de verdiepingsvloer rusten. Zo voorkom je koudebruggen via de buitenmuur maar ook ingrepen in de historisch goed bewaarde gevels. De ruimte tussen de buitengevels en de binnenschil is gevuld met isolatiemateriaal, wat een maximale isolatiewaarde mogelijk maakt en dus ook duurzame lage-temperatuurverwarming. Hiervoor maakt het jonge gezin geen gebruik van gas, maar van een off grid warmtepomp, die werkt op aardwarmte. In de tuin liggen voor dit doel twee bunkers met ieder 10 kubieke meter water, in de oude, aangebouwde schuur staat de pomp zelf. Bob regelde de technische installaties, in nauw overleg met uitvoerder Emiel Banken. Ruim voordat de restauratie klaar was, nam het gezin zijn intrek in de boerderij. ‘Het is geen nieuwbouwhuis; je weet nog niet hoe je erin gaat bewegen. Dat wilden we ervaren voordat alle voorzieningen ingebouwd waren. We hebben tijdenlang geleefd met een noodkeukentje’, aldus Bob, die zelf zorgde voor de afbouw.

Paars?

Toch nog even over die kleur. Hoezo was de boerderij paars? De reden is minder prozaïsch dan vaak verondersteld: rond 1980 waren er wat potten karmijnrode verf over, waarmee de boerderij toen maar is opgeschilderd. Dat de verf al snel naar paars verkleurde, bleek pas na het aanbrengen. Nu is de boerderij lichtgrijs, de kleur van de mortel. Het houtwerk staat in de grondverf. Bob en Noortje gaan nog beslissen over de definitieve kleuren. ‘Er zijn mensen die pleiten voor paars, maar dat gaat het waarschijnlijk niet worden’, zegt Bob met een grote grijns.

Download het artikel hier.

Gemeentelijk monument

De paarse boerderij aan de Bredestraat 191 in Nijmegen was jarenlang bewoond door meerdere gezinnen. In de jaren zeventig verklaarde de gemeente het pand onbewoonbaar, en gaf ze aan het te willen slopen. Dit is niet gebeurd. Vorige eigenaar Theo Peters bouwde voor zijn fokpaarden stallen in de boerderij, zowel in de deel, de inmiddels gesloopte aanbouw als het voorhuis. Na het overlijden van Peters raakte projectontwikkelaar Bob van de Water, net als de familie Peters geboren en getogen in Hees, in gesprek met diens dochter. Het plan rees om de boerderij te slopen en bungalows op het perceel te bouwen. Daar stak de gemeente een stokje voor, want de boerderij was inmiddels (in 2009) aangewezen als gemeentelijk monument. Uiteindelijk kochten Bob van de Water en zijn partner Noortje van Reen de boerderij, op voorwaarde dat zij er zelf in zouden gaan wonen en het perceel niet zouden volbouwen.

Vakgroep Restauratie

Cuppens+Zn uit Nijmegen is aangesloten bij de Vakgroep Restauratie, de landelijke branche- vereniging van erkende restauratiebouwbedrijven. De achtendertig leden van de Vakgroep Restauratie nemen samen tweederde van de restauratie- bouwproductie in ons land voor hun rekening, variërend van onderhoud en restauraties van woonhuizen tot herbestemmingen van fabrieks- complexen en kerken. De Vakgroep zet zich al ruim dertig jaar in voor het waarborgen van kwaliteit, innovatie, het behoud van ambachtelijk vakmanschap en treedt op als belangenbehartiger en gesprekspartner binnen de restauratie- en monumentenwereld. De leden van de Vakgroep Restauratie voldoen aan strenge kwaliteitsnormen.

Voor meer informatie over Cuppens+Zn:
www.cuppens.nl

Deel dit bericht