Foto: Sake Elzinga Photography

Landgoed Overcingel middelpunt van het werkbezoek

Afgelopen maandag, 11 september jl., waren staatssecretaris Uslu en minister Dijkgraaf op uitnodiging van het Nationaal Centrum Erfgoed Opleidingen (NCE), de Vakgroep Restauratie, de Vereniging van Architecten Werkzaam in de Restauratie (VAWR) en de Vereniging van Gespecialiseerde Aannemers in de Restauratie (GA-Platform Restauratie) te gast op landgoed Overcingel te Assen. Dit prachtige landgoed, dat eigendom is van Stichting Het Drents Landschap, wordt op dit moment gerestaureerd, verduurzaamd en herbestemd door Vakgroep-lid bouwbedrijf Jurriëns Noord.

Deze historische locatie vormde het decor waar bovengenoemde partijen aan de bewindslieden lieten zien wat de uitdagingen zijn in de monumentenketen. In een rondgang over het complex werden gesprekken gevoerd over hoe de kwaliteit in de monumentenketen bevorderd kan worden. Het was een zeer constructieve ochtend waar de Vakgroep Restauratie, samen met medeorganisatoren NCE, VAWR en GA-Platform Restauratie, met voldoening op terug kijken. De staatssecretaris was goed op de hoogte van de 7 aanbevelingen uit het rapport ‘Kwaliteit in de monumentenketen’ en de uitnodiging van OCW aan de uitvoerende marktpartijen om in Den Haag samen verder te praten over de verdere uitwerking van de aanbevelingen werd met open armen ontvangen.

 

De staatssecretaris en de minister kregen bij aanvang van het werkbezoek beiden een gereedschapskist aangeboden met historisch gereedschap, die allemaal symbool staan voor, zoals minister Dijkgraaf het treffend zei: “gereedschap dat wij ieder dag gebruiken in ons werk”. Zo zat er in de ‘toolbox’ o.a. een schaaf om plannen te kunnen bijschaven, een hamer en spijkers om ‘de spijker op zijn kop te slaan’, een waterpas om balans te creëren en een sleutel om de oplossing te vinden!

Foto: Sake Elzinga Photography

Dit instrumentarium werd tijdens de rondgang door het landhuis aangevuld met zaken, die de kwaliteitsketen kunnen versterken. Zo zou de inzet van het Rijk op kwaliteit (via stichting Erkende Restauratiekwaliteit in de Monumentenzorg (ERM)) en onderwijs (via het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE)) vertaald moeten worden in het borgen van kwaliteit in de planvorming en uitvoering. Het verplicht stellen van de uitvoeringsrichtlijnen door het Rijk op door overheid gesubsidieerde restauratieprojecten zou een enorme stimulans kunnen betekenen voor de inzet van gecertificeerde uitvoerende partijen en voor het stimuleren van bouwbedrijven om zich te certificeren, waardoor ook het behoud van ambachtelijk vakmanschap door restauratieonderwijs een boost krijgt.

Het werkbezoek werd afgesloten met de mooie woorden van de bewindspersonen: “cultuur, erfgoed en opleidingen komen vandaag hier mooi bij elkaar. Iedereen doet dit omdat ze passie hebben voor het vak. Erfgoed is emotie. Wij, als bewindspersonen, zijn het belletje van de waterpas, dat alles in balans houdt!”

Deel dit bericht