Tekst | Agnes van Alphen Fotografie | Arjen Veldt

De Sionskameren

In de vijftiende eeuw liet de Utrechtse schoenmaker Claes Govertz in zijn achtertuin twaalf huisjes bouwen voor armen en ouden van dagen: de Sionskameren. Deze huisjes zouden in 1957 zijn gesloopt, maar Dirkjan Haspels kwam er op bizarre wijze achter dat dit niet klopt!

In 1997 kocht Dirkjan Haspels, in het dagelijks leven werkzaam bij Museum Speelklok in Utrecht, een vervallen monumentaal woonhuis aan de ABC-straat in de Utrechtse binnenstad. Een Spartaans bestaan en jarenlang klussen waren zijn voorland, maar de restauratie verliep gelukkig voorspoedig. Op een goede dag merkte hij dat er op de zolder achter de beplating geen tussenmuur naar het buurpand zat. Nieuwsgierig geworden klauterde Dirkjan door het gat. Tot zijn grote verbazing kwam hij terecht op de zolder van een oud vervallen huisje. Onderzoek wees uit dat dit één van de Sionskameren was en dat er nóg zes andere woninkjes aanwezig waren achter de huizen op de hoek van de Nieuwegracht en de ABC-straat. De staat ervan was erg slecht, maar er was duidelijk een nog herkenbaar hofje met aan één kant vier en aan de overzijde drie woningen.

Opslagplaats

‘De charme van deze plek pakte mij direct in. De vervallen huisjes waren overwoekerd door klimop en mos, maar ik was ervan overtuigd dat hier weer iets heel moois van te maken was. Het terreintje werd gebruikt voor opslag door een bedrijf dat hier vlakbij gevestigd is aan de Nieuwegracht’, aldus Dirkjan. De toenmalige eigenaar, aan wie hij jaarlijks aangaf interesse te hebben om de woninkjes te kopen, ging na dertien jaar eindelijk akkoord. Inmiddels was Dirkjan getrouwd met Willemijn en samen gingen ze puzzelen hoe ze de zeven overgebleven Sionskameren een nieuwe bestemming zouden geven. ‘De drie huisjes aan de ene kant van het hofje wilden we inrichten als
woonhuis voor ons gezin. In de vier huisjes aan de overzijde wilden we een atelier voor mijn vrouw, die meubelstoffeerder is, en een kleinschalige Bed & Breakfast bouwen.’

Sionskameren

De twaalf Sionskameren waren in de vijftiende eeuw door schoenmaker Claes Govertz gebouwd in de tuin achter zijn huis aan de Nieuwegracht. Het beheer van de vrijwoningen, bestemd voor de arme en bejaarde medemens, droeg hij op aan het Bartholomeïsgasthuis. Hij bepaalde dat de twaalf kameren van dit hofje de namen moesten dragen van de Twaalf Apostelen; ‘ende selt elck voor zijn deur gescreven staen.’ Elk huisje had dus op de deur de naam van een apostel geschreven staan. Later, in 1640, zijn er nog drie woningen bijgebouwd die werden vernoemd naar Jesus, Maria en de Triniteit. In 1958 zijn acht van de vijftien Sionskameren gesloopt.

Restauratiewerk

Restauratiearchitect André Hoek uit Utrecht maakte de plannen voor dit bijzondere restauratieproject, waarbij het optimale behoud van de historische waarden van de zeven overgebleven Sionskameren voorop stond. Begin 2011 verleende de commissie Welstand en Monumenten een omgevingsvergunning voor de restauratie en herinrichting van het hofje. De commissie waardeerde de overtuigende wijze waarop in de restauratievisie reconstructie en nieuwbouw werden gecombineerd: ‘er is gekozen voor eigentijdse toevoegingen, die goed in balans zijn met de restauratieve ingrepen.’

Hergebruik materialen

Na de bouwvakantie van 2011 startte Jurriëns Monumenten Onderhoud uit Utrecht met de werkzaamheden. ‘De keuze voor deze aannemer was zonneklaar’, vertelt Dirkjan. ‘We hadden vergelijkbare offertes van drie verschillende bouwbedrijven opgevraagd, maar Jurriëns was de enige die waarde hechtte aan het optimale behoud van de originele staat van de woningen. De andere twee stonden te trappelen om de boel eens lekker ‘op te frissen’, te beginnen met allerlei sloopwerk. Mijn vrouw en ik hebben voor de start van de bouw zelf het hofje en de huisjes opgeruimd. We kwamen veel oude bouwmaterialen tegen en vonden het belangrijk om zoveel mogelijk van deze originele elementen te hergebruiken. Jurriëns, een erkend restauratie-bouwbedrijf, was in staat hier creatief in mee te denken.’

Reddende overkapping

‘Dat de huisjes nog overeind stonden, was eigenlijk te danken aan een serie stalen balken, die waren aangebracht om het hofje te overkappen en zo een opslagplaats te creëren’, aldus Yolanda van Rijswijk, bedrijfsleider van Jurriëns. ‘We zijn begonnen met het stabiliseren van de wanden en de vloeren van de woningen. Daarvoor moesten eerst de pannen en de spanten verwijderd worden. Zo werd de last letterlijk verlicht. Ons vermoeden dat de huisjes op instorten stonden is toen wel bevestigd. Het bleek dat van veel spanten de poten volledig verrot waren. Deze hingen ‘los’ en hadden geen dragende functie meer.’ Na het verwijderen van de kappen kon Jurriëns ook de stalen balken weghalen en werd het hofje weer zichtbaar. Een aantal muren werd rechtgezet en ontbrekend metselwerk aangevuld. Verder zijn, waar nodig, nieuwe ankers en nieuwe dragende balken aangebracht. De voorgevel rustte tientallen jaren op slechts één halfrotte kozijnstijl.

‘Een project als dit zit vol verrassingen’, vertelt Yolanda. ‘Vooral de maatvoering heeft ons veel hoofdbrekens gekost. De vier woninkjes aan één zijde van het hofje bleken er bijvoorbeeld vier en een halve te zijn. Ook kregen we te maken met vervuilde grond, afkomstig van een verffabriek die er in het verleden naast lag. Elke verrassing stelde ons voor een uitdaging.’ Doordat de restauratieve ingrepen zichtbaar zijn, is de historie goed leesbaar gebleven. Hedendaagse installaties zijn verder zoveel mogelijk weggewerkt; de minimale ruimte is maximaal benut. Helemaal recht staan de muren niet, maar dat zou ook niet passen bij deze eeuwenoude huisjes. De Sionskameren hebben weer een mooie toekomst gekregen.

Download hier het hele artikel (PDF)

Deel dit bericht