Komend vanaf de Markerwaarddijk op een zonnige dag kun je al van kilometers ver de Drommedaris van Enkhuizen zien staan. Er wordt momenteel volop gerestaureerd aan dit markante verdedigingswerk. De Drommedaris is getooid in oranje, rood, wit en blauw wegens bezoek van koning en koningin in juni 2013.
‘Het oorspronkelijk lage verdedigingswerk uit 1540 bestaat uit twee rondelen. Bij de latere opbouw van twee etages op deze rondelen is de fundering niet versterkt. Het grote rondeel kon het extra gewicht wel dragen, maar het kleine niet. Er is hierdoor forse scheurvorming ontstaan. Dit gaat nu al een paar honderd jaar goed, maar een keer gaat het natuurlijk fout’. Nuchter vertellen Jan Schuijt en Piet Commandeur waarom het hoog tijd is voor een grondige restauratie. De projectleider en uitvoerder van Hillen & Roosen uit Amsterdam leiden vanaf januari 2013 de werkzaamheden, die in het voorjaar van 2014 zullen worden afgerond. Het funderingsherstel vormt een belangrijk onderdeel van dit project, want het kleine rondeel moet nu alsnog worden gefundeerd zodat het niet verder wegzakt.
Moderniseringsslag
Hoewel de Drommedaris al jaren in gebruik is als cultureel centrum was het toch hoognodig om een moderniseringslag te maken. Het interieur wordt ingrijpend aangepakt. In het grote rondeel worden in de zalen op de eerste en tweede verdieping eigentijdse technische voorzieningen aangebracht. De verdiepingsvloeren in het grote rondeel overspannen bijna 13 meter. De balklaag is in goede staat, maar niet sterk genoeg om grote groepen mensen te dragen. De vloeren worden aan de onderzijde versterkt door het plaatsen van stalen vakleggers. Zo blijven de oorspronkelijke balkenvloeren onaangetast en goed zichtbaar en kunnen er toch veel bezoekers in de zalen verblijven. Bovendien kunnen de stalen vakleggers gebruikt worden voor het ophangen van lampen, geluidsboxen, e.d. Ook worden brand- en geluidswerende maatregelen getroffen, niet alleen om geluidsoverlast tussen de zalen en naar buiten te beperken, maar ook om ervoor te zorgen dat men in de zalen zo min mogelijk last heeft van het geluid van het carillon. Dit heeft van oudsher het doel om de scheepvaart in goede banen te leiden bij mistig weer; het volume is dus navenant. Het carillon is tijdelijk weggehaald tijdens de restauratie, maar zal straks weer volop klinken. Bijzonder is dat het carillon van de Drommedaris gelijktijdig met dat van de Zuidertoren van Enkhuizen wijsjes kan spelen.
Toilet met gewelfplafond
In het kleine rondeel komen een trappenhuis en een lift, want het was niet meer verantwoord om grote groepen mensen door de smalle draaitrap te leiden. In de kelder komen de sanitaire voorzieningen. Ook hier worden een trap en een lift aangebracht. ‘In het verleden is de keldervloer opgehoogd met zand, omdat men duidelijk moeite had om de kelder droog te houden. Wij hebben de kelder uitgegraven tot de oorspronkelijke diepte en een betonnen bak aangebracht van 1.40 meter, waarin toiletgroepen worden geplaatst. Het gewelf blijft goed zichtbaar. Dit is wat we steeds proberen: het monument minimaal aanpassen, maar wel zodanig dat het gebruikt kan worden voor moderne doeleinden. Om het grondwater onder controle te houden, plaatsten we een drainagesysteem en een pomp’, aldus Jan Schuijt.
De bonte knaagkever
Het grote rondeel kreeg bij de ophoging met twee etages een spitse kap met een open koepeltoren. Voor de vakman is de restauratie van de 400 jaar oude kapconstructie een geweldige klus. Piet Commandeur vertelt dat de oude eikenhouten kap is aangetast door de bonte knaagkever. De onderslagbalk, die de hele toren draagt, moet grotendeels vervangen worden. De overige balken zijn voor ongeveer 50% aangetast. Hier zal, naast traditionele vervanging, ook gepolymeerd worden; dat wil zeggen dat vooral de balkkoppen door een epoxymengsel worden vervangen. Het lei- en loodwerk op de toren is in slechte staat en zal in zijn geheel vernieuwd worden. Een groot deel van het oude leiwerk is inmiddels ontmanteld. Het is duidelijk zichtbaar dat het onderliggende hout is gaan broeien en rotten. De timmerlieden inventariseren momenteel welke delen nog behouden kunnen worden. Jan Schuijt heeft vooral schik in de dodencel en het valhek. De dodencel, met een prachtig uitzicht op de oude haven, is in ere hersteld. Gelukkig worden hier geen gevangenen meer opgeborgen, het wordt een keuken. Ook het valhek komt terug, zij het in een hypermoderne variant. In de sleuf, waar het valhek werd opgehesen, komt een nieuwe toegangspoort; een creatief vormgegeven glazen pui met daarin spijlen en speerpunten. Hoewel de Drommedaris anno 2014 veel bezoekers hartelijk zal verwelkomen, behoudt het zo wel zijn uitstraling als robuust verdedigingswerk.
Dit is het 30ste artikel in een serie waarin leden van de Vakgroep Restauratie, de branchevereniging van erkende restauratiebouwbedrijven, vertellen over de bijzondere facetten van hun werk.