De Utrechtse kluismuren bij het Stadhuis en de Vismarkt verkeren in slechte conditie. Zó slecht dat zij, voorafgaand aan de restauratie, eerst moeten worden gestabiliseerd. De gemeente koos voor toepassing van de bijzondere techniek ‘jetgrouting’ om de fundering van de kluismuur te verbeteren. Het oorspronkelijke metselwerk, met het oudste gedeelte uit de dertiende eeuw, blijft daarmee gespaard.

Op een doordeweekse ochtend, even voor acht uur, komt de Utrechtse binnenstad nog maar langzaam tot leven. Geen autoverkeer, alleen een luxe jacht vaart door de gracht. Walter Cromheeke van de Belgische multispecialistische bouwgroep Denys NV, erkend restauratiebouwbedrijf en lid van de Vakgroep Restauratie, wijst op de water stroming. ‘Dat heeft mede tot de instabiele constructie van de kelders en werfmuren geleid.’ Mede, want, geeft hij aan, ook de eeuwenoude fundering laat veel te wensen over. De in de loop der tijden ontstane schade is aanzienlijk. De kluismuur bij de Vismarkt is naar beneden gezakt. Die voor het stadhuis is vrijwel geheel losgeraakt van de kelders erachter en helt zorgelijk naar voren, de gracht in. Onder en tussen de funderingen en in de gewelfmuren zijn tal van holle ruimtes ontdekt. En van een paar gewelven is de boogvorm afgeplat.

Jetgrouting

Projectleider Yannick Stevens en zijn collega Thomas Demeyere wijzen in een van de werven op een klein gaatje in de grond. ‘Hier doorheen hebben we geboord, met een 90 millimeter dunne boorstang. Tot onder het dertiende-eeuwse metselwerk en de houten funderingen uit die tijd. Zo’n dertien meter diep. Door die boorstang injecteerden we onder zeer hoge druk, 500 bar, grout (een mengsel van water en cement). Dat gebeurde via twee horizontale spuitmonden terwijl de boorstang draaide en langzaam getrokken werd. Zo werd op die diepte de grond versneden en vermengd met de grout. Nadat dit is verhard, is een massieve groutkolom ontstaan, die een nieuw fundament vormt. Deze techniek, jetgrouting, maakt het mogelijk het aloude metselwerk te sparen.’ ‘Het jetgrouten’, vertelt hij, ‘veroorzaakt nagenoeg geen trillingen, waardoor de hinder voor de omgeving beperkt blijft. Door de verschillende groutkolommen overlappend te plaatsen, kan een complete groutpalenwand worden gevormd, als grond- en waterkering.’

Verankering

Behalve een nieuwe fundering was ook verankering van de muren met de achterliggende gewelven noodzakelijk. Voor de benodigde werkruimte moest eerst een damwand in de gracht worden geplaatst waarachter het water wordt weggepompt. Om trillingoverlast te voorkomen, is de wand de grond in gedrukt. Pas na de stabilisatie kan begonnen worden met de restauratie. Demeyere heeft met die vertraging geen moeite. ‘Juist dat onverwachte maakt dit vak zo boeiend. Zo werd tijdens het boren van de jetgroutingstangen veel hinder ondervonden van losgewoeld afvalmateriaal dat, vele eeuwen geleden, gewoon de rivier in werd gegooid. Aan huisvuilscheiding werd toen nog niet gedaan,’ lacht hij. Stevens toont de scheuren, die zijn aangetroffen in het metselwerk. ‘In de loop van heel veel jaren zijn die telkens aangesmeerd. Nu wij, bij de restauratie, die lagen verwijderen, is het voor ons, maar ook voor de opdrachtgever, telkens weer schrikken. Zo talrijk zijn de scheuren en zettingen, soms wel vier centimeter breed.’ Dat doet een groot beroep op de verschillende disciplines binnen het restauratiebedrijf, want het gaat niet alleen om het metselwerk boven het wateroppervlak, ook het natuursteen onder het water verkeert in slechte staat. ‘Een van de redenen dat wij allerlei vakmensen in huis hebben,’ legt Cromheeke uit, ‘is dat de Vlaamse regelgeving bij gesubsidieerde restauraties vereist dat de aannemer tenminste vijftig procent eigen personeel inzet. Dit om het ambachtsvak te promoten. Regelgeving, die vanuit een goed hart is bedacht, maar in de praktijk doorschiet’.

Uitdaging

Weer boven de grond gekomen, wijst Cromheeke op een nieuw probleem, een nieuwe uitdaging. ‘De oude keermuren boven de gewelven zijn eigenlijk te dun om de grond te keren, ze kunnen door de druk omver geduwd worden. Eigenlijk zou een L-vormige nieuwe keerconstructie moeten worden geplaatst. Alleen lopen boven die muren, onder het wegdek, zo veel leidingen dat de nutsbedrijven dit niet toestaan. Een alternatief, het gebruik van gewapende aarde, Terre armée, is inmiddels als oplossing ontwikkeld. en dat,’ zegt hij Demeyere na, ‘is wat dit werk zo boeiend en uitdagend maakt.’

Dit is het twintigste artikel in een serie waarin leden van de Vakgroep Restauratie, de branchevereniging van erkende restauratiebouwbedrijven, vertellen over bijzondere facetten van hun werk.

Deel dit bericht