Vakmanschap

De ronde torens domineren niet alleen Kasteel Keukenhof, maar ook een flink deel van de restauratiewerkzaamheden. Luiken, goten, kozijnen – alles heeft een gebogen vorm. Om die te restaureren, werd het uiterste van de ambachtslieden gevraagd.

Rijke historie

Kasteel Keukenhof is schuin tegenover de wereldberoemde bloemententoonstelling gelegen en zelf omringd door een schitterend park. Het werd oorspronkelijk in 1640, in opdracht van Adriaen Maertenszoon Block, een voormalig commandeur van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, als een rechthoekig landhuis gebouwd. Latere eigenaren waren onder meer de anatoom Willem Röell en de kunstkenner Johan Steengracht van Oostcapelle, die het kasteel in 1809 van de ondergang redde. Cecilia Maria, de enige dochter van Steengracht van Oostcapelle en getrouwd met een baron van het oude adellijk geslacht Van Pallandt, erfde de Keukenhof en liet het vanaf 1864 in een neorenaissance stijl uitbreiden. Allereerst werd tegen de westgevel een avant-corps gebouwd, bestaande uit drie torens met de monumentale hoofdentree in het midden. Daarna werd ook de zuidgevel verrijkt met een avant-corps, bestaande uit een vierkante torenuitbouw met twee hoektorens. Het kasteel bezit een belangrijke collectie meubels en portretten, onder meer van Nicolaes Maes. Het Chinese en Japanse porselein staat op een 17e-eeuwse manier opgesteld in een uniek en speciaal gebouwd kabinet, met een uitbundig vormgegeven schouw in de stijl van Daniël Marot. De wanden van de kamer zijn bekleed met goudleer. De laatste eigenaar, de graaf Jan Carel Elias van Lynden (1912-2003), liet het kasteel na zijn dood na aan een stichting. Tot het bij het kasteel behorende landgoed van 230 hectare groot behoren onder meer nog enkele boerderijen.

Duurzaam herstel

Nadat in 1988 al onderhoud was gepleegd op delen van de grote ronde toren, bleek begin deze eeuw dat het gehele kasteel zowel intern als extern grondig gerestaureerd diende te worden. Het interieur van het kasteel zou daarbij worden teruggebracht naar de periode 1850-1860, ten tijde van de laatste grote verbouwing. Ook buiten werd de negentiende-eeuwse romantiek herschapen. Het bestuur van Landgoed Keukenhof deed een beroep op architect Bob van Beek van architectenbureau GVB architecten en op Du Prie Bouw en Ontwikkeling BV, erkend restauratiebouwbedrijf en lid van de Vakgroep Restauratie

Niets van Kasteel Keukenhof is niet onderhanden genomen, vertelt Fred van der Hoorn van Du Prie ‘Alle ramen, kozijnen, deuren, luiken zijn bijvoorbeeld verwijderd en in onze eigen werkplaats gerestaureerd’. ‘En’, vult Martijn du Prie, directeur van het gelijknamige bedrijf aan, ‘datzelfde geldt voor het vele smeedwerk, waaronder de talrijke gevelankers en de hekwerken’. Overigens is Du Prie al geruime tijd betrokken bij de restauratie van Kasteel Keukenhof. Naast het kasteel zijn ook twee op het landgoed gelegen boerderijen en een tuinmuur door het bedrijf gerestaureerd.

Tijdens een rondgang wijzen Du Prie en Van der Hoorn op de talrijke sporen die de oude begroeiing in het metselwerk heeft nagelaten. Nieuw andersoortig groen is nu op veilige afstand van de muren geplaatst, zodat het niet opnieuw schade zal toebrengen. Op de balkons staan planten in, achter houten schotten verborgen potten, waarmee de begroeiing van het kasteel visueel is hersteld. Duurzaam herstel staat voorop, licht Martijn du Prie toe, wat ook geldt voor de wijze waarop al het ijzerwerk is aangepakt. ‘Het kasteel barstte van het ijzerwerk, wat door roest tot veel schade heeft geleid, zowel in het houtwerk als in het metselwerk. Alles is verwijderd, ontroest, hersteld en geschoopeerd. Talloos veel spijkers zijn uit de luiken gehaald. Sommige onderdelen moesten worden vervangen. Van der Hoorn: ‘Van het balkon boven de winteringang bijvoorbeeld was de vloer verrot en het gehele hekwerk verdwenen. We hebben op basis van oude foto’s een nieuwe afrastering kunnen plaatsen’. Datzelfde geldt voor alle gebogen houten goten met de loden bekledingen rond de torens, die volledig zijn vernieuwd. En alle torendaken zijn voorzien van nieuwe leien uit het Franse Angers, overeenkomstig de bestaande dakbekleding. De natuurstenen stoep voor de hoofdentree is gedemonteerd en op de werkplaats geschuurd. Alvorens te worden teruggeplaatst werd een nieuwe fundering aangebracht. Op de ronde toren op de hoek van de noord- en oostzijde werd in januari van dit jaar de gouden leeuw op de pinakel teruggeplaatst. De leeuw was oorspronkelijk in lood gegoten en daarna met bladgoud bekleed.

Dit is het 21ste artikel in een serie waarin leden van de Vakgroep Restauratie, de branchevereniging van erkende restauratiebouwbedrijven, vertellen over bijzondere facetten van hun werk.

Deel dit bericht