Tekst Theo van Oeffelt en beeld Gerard Oudenhoven Cuijk

Slecht natuursteen, met nog talrijke kogelgaten uit de Tweede Wereldoorlog. Zichtbare schade aan de dakconstructies veroorzaakt door kogels van de overzijde van de Maas. Veel versleten glas-in-loodramen. Talrijke loden pironnen die moeten worden vervangen. ‘Je hebt echt kunstenaars nodig, die dat kunnen herstellen’. De Martinuskerk in Cuijk wordt gerestaureerd.

De steigers rond de kerk vormen een bouwwerk op zich. 3400 m2 en geplaatst volgens secure tekeningen en berekeningen. ‘Vroeger bepaalden we de bouw van de steigers zelf, maar sinds de ramp in de Amercentrale, waar een steiger instortte, moet er een constructeur aan te pas komen, die de door ons opgestelde plattegrond en opbouw tot bovenaan doorrekent’. Ad Wonders is hoofd projectleiding bij Van de Ven Bouwbedrijf BV, erkend restauratiebouwbedrijf en lid van de Vakgroep Restauratie. Samen met uitvoerder Ad Jansen geeft hij een toelichting op de restauratie van de in 2011 honderd jaar oude kerk. De Martinuskerk is een echte landmark in het dorp aan de westoever van de Maas. Een markant silhouet met drie torens: één van het vorige kerkgebouw en twee van het huidige. Architect Caspar Franssen (1860-1932) uit Roermond combineerde de bouw van de sacristie met de toren, die was overgebleven van een gotische kerk uit de vijftiende eeuw. De neogotische kruisbasiliek kwam in 1945 zwaar onder vuur van het Duitse leger te liggen. De schade kon later door gebrek aan voldoende financiele middelen slechts provisorisch worden hersteld.

Vervanging van leien

Bouwkundig onderzoek door de Monumentenwacht en door Piet Cremers, bouwkundig adviseur van het bisdom ’s-Hertogenbosch, vormden de basis voor het restauratieplan dat in 2003 werd opgesteld. Zes jaar later, in maart 2009, kon daadwerkelijk met de werkzaamheden worden gestart; althans om de steigers tot 63 meter hoogte te bouwen. De bouwlift brengt de timmerlieden, metselaars, natuursteenwerkers, dakdekkers en loodgieters naar een hoogte van 45 meter. Daarna gaat het via ladders verder omhoog. Met een ladderlift wordt het bouwmateriaal aangevoerd. ‘De hoge steigers zijn nodig om alle leien op de torens en de bovendaken te vernieuwen’, vertelt Ad Jansen. ‘De nieuwe zullen zeker tachtig jaar meekunnen’. Begin jaren zeventig werd een deel van de leien al vervangen, maar door een type van een inferieure kwaliteit. Het vele pyriet dat deze bevatten, kwam door oxidatie naar buiten, met beschadigingen tot gevolg. De leien die nog wel goed zijn, worden gebruikt om de bedekking op de lager gelegen daken te vervangen. ‘Die kunnen dan nog wel een jaar of dertig mee en zijn bij schade makkelijker te vervangen’. Alle leien, ook de oorspronkelijke uit Frankrijk afkomstige Angers of Fumee leien, worden vervangen door een Engelse, uit de groeve Penrhyn. ‘Een rustieke en stevige leisoort’, aldus Ad Wonders, die de uit de Romeinse tijd daterende groeve twee jaar geleden nog bezocht.

Schade aan natuursteen

Behalve de leiendaken verkeert ook het natuursteen in de Martinuskerk in slechte staat. In het hele gebouw moet er, mede ten gevolge van oorlogsschade, veel van worden vervangen, met name aan de oostzijde van de beide kerktorens, de zuidzijde van het middenschip en het priesterkoor. Ad Jansen wijst in de bouwkeet op een reeks van tekeningen. Roze en groene markeringen duiden op het bloksgewijze herstel. Groen is gerepareerd, roze is vervangen. ‘We zijn inmiddels net begonnen aan blok 316. Als we klaar zijn hebben we, schat ik, een kleine 350 blokken behandeld’. Het natuursteen van toen is afkomstig uit België en van een kwaliteit die nu niet gekeken, terwijl er nu wordt getest en gekeurd. De kwaliteitseisen die aan de steen gesteld worden, zijn op dit moment goed vastgelegd in besteksomschrijvingen’, weet Ad Wonders. ‘Bij alle scheuren die we vinden, beoordelen we wat er gedaan kan worden. Het hele blok, of een deel ervan, vernieuwen, uitslijpen en vullen of bijvoorbeeld er een anker in boren en lijmen. Wat wordt vernieuwd heeft alleen een iets lichtere kleur en dat zal nog wel een jaar of dertig zichtbaar blijven’. Ook op de tekeningen in de bouwkeet is een reeks van arceringen te zien. Zij betreffen het voegwerk, dat met name aan de zuidwestkant van de kerk veel heeft geleden en op sommige plaatsen zelfs geheel is verdwenen. Ad Jansen verwacht tenminste 1600 vierkante meter voegwerk te moeten vervangen.

‘Echte kunstenaars’

De loden mutsen, waarop de haan en het kruis op ruim zestig meter hoogte rusten, moeten geheel opnieuw verlood worden. Ook alle 32 loden pironnen moeten vernieuwd worden. ‘Echte kunstenaars’, noemt Ad Wonders de loodgieters die dit werk op zich nemen. ‘Vakmensen die je met een lichtje moet zoeken, zo schaars zijn zij’. De haan en het kruis, die boven op de grote torens stonden, zijn tijdelijk verwijderd: d haan om opnieuw te worden verguld en het kruis om in een ijzersmederij opnieuw te worden geschilderd. De ijzeren ringankers, die in het metselwerk van de beide torens zitten, zijn door roest aangetast en moeten worden geconserveerd of vervangen door roestvrijstalen ankers. Datzelfde geldt voor de ringankers in de balustrades. Alle glas-in-loodramen worden hersteld, voorzien van nieuw lood en achter voorzetramen geplaatst: deels ter isolatie, deels ter bescherming tegen baldadigheid. Tegen beschadiging wordt nog een ander middel ingezet: hoog in de noordtoren is een hok geplaatst voor een slechtvalk. ‘Gebleken is’, aldus Ad Jansen, ‘dat naast een slechtvalk die huist in Nijmegen en een in Duitsland, er ruimte is voor een in Cuijk. Deze slechtvalken kunnen duiven in hun vlucht vangen, en het zijn helaas ook duiven die de kerk schade bezorgen door hun
uitwerpselen.’

Interieur

In het voorjaar van 2011 wordt gestart met de aanpassing van het interieur van de kerk. De oude hardstenen vloer en houten vlonders en banken worden verwijderd en er komt een nieuwe vloer met vloerverwarming. De afwerking bestaat weer uit donker gezoete hardstenen tegels. De kerkruimte krijgt geen vlonders meer onder de banken. Deze zorgden vroeger voor minimaal comfort onder de voeten, de vloerverwarming is wat dat betreft beter. Ook wordt de indeling van de banken anders, vooral ruimer, geschikt. Het priesterkoor krijgt een nieuwe vloer en een ‘nieuw’ altaar. Het oude priesterkoor met het prachtige drieluik op het hoofdaltaar blijft gehandhaafd. Tijdens de restauratie van de ramen hebben alle gevels aan de binnenzijde een opknapbeurt gekregen, wat het indrukwekkende schilderwerk van H. van der Geld uit de jaren ‘20-‘30 van de vorige eeuw zeer ten goede komt.

Dit is het zeventiende artikel in een serie waarin leden van de Vakgroep Restauratie, de branchevereniging van erkende restauratiebouwbedrijven, vertellen over bijzondere facetten van hun werk.

Deel dit bericht