Afgelopen vrijdag 29 november werd de Vakgroep Restauratie gastvrij ontvangen op Château St. Gerlach te Valkenburg door gastheer Bouwbedrijf Coppes. Op deze prachtige locatie in het zonnige zuiden kregen de leden een uitgebreide presentatie van Harrie en Joep Degens over de restauratie en de geschiedenis van het complex gevolgd door een interessante rondleiding. De relatie tussen Bouwbedrijf Coppes en eigenaar van Château St. Gerlach, Camille Oostwegel, is er één die al ver terug gaat. Onder leiding van hoofdaannemer Bouwbedrijf L. van de Ven leverde de medewerkers van Coppes van 1995-1997 een belangrijke bijdrage aan de restauratie van het complex. Sindsdien is Bouwbedrijf Coppes de huisaannemer van de familie Oostwegel, die naast Château St. Gerlach ook eigenaar is van Château Neercanne, Winselerhof en het Kruisherenhotel in Maastricht. In 2007 voerde Bouwbedrijf Coppes de omvangrijke restauratie uit van het plafond met de fresco’s in de parochiekerk Sint Gerlachus.
De geschiedenis van het Château St. Gerlach begint in het midden van de twaalfde eeuw met de kluizenaar Gerlachus, die zich terugtrok in het Geuldal om er te bidden en tegelijkertijd regelmatig op bedevaart te gaan naar het graf van Servatius van Maastricht. Toen hij in 1165 stierf, werd zijn graf een bedevaartsplaats voor de plaatselijke bevolking, omdat de mensen hem wonderen toedichtten. Nadat Gerlachus heilig was verklaard, liet de Valkenburgse heer Gosewijn IV bij het graf een (norbertijnen) klooster en een kloosterkerk bouwen. In de kerk werd een praalgraf ingericht voor Gerlachus. In 1345 werd het klooster tot nonnenklooster omgevormd en veel adellijke families stuurden hun dochters, die niet konden of wilden huwen, hiernaartoe.
In 1574, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werd het klooster verwoest door de huurtroepen van Lodewijk van Nassau tijdens een veldtocht/strooptocht in de Landen van Overmaas. In 1661 kwam het klooster onder Spaans-Habsburgse soevereiniteit. Na de Franse inval in 1795 werden alle kloosters in de bezette Nederlanden geconfisqueerd. Notaris Schoenmaeckers, die als zaakwaarnemer van de zusters had opgetreden, kocht daarna het complex. Hij liet het klooster ombouwen tot een fraai buiten, waarna het werd aangeduid als Château. De kloosterkerk werd aan de parochie Houthem geschonken en fungeerde als nieuwe parochiekerk. Het kasteel werd achtereenvolgens bewoond door de families Corneli en De Selys de Fanson. Als laatste telg van de familie De Selys de Fanson bewoonde Robert het tot 1979, waarna deze het vermaakte aan het kerkbestuur van de parochie Houthem. Het kasteel en een aantal bijgebouwen raakten hierna ernstig in verval.
In de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel eerst door de Duitsers bezet en na de bevrijding door Amerikaanse militairen. Aan de Amerikaanse bezetting herinnert nog een gat in de grote spiegel boven de schouw, ontstaan door een pistoolschot afgevuurd door een van de soldaten. Tijdens de rondleiding konden de leden dit met eigen ogen aanschouwen. In 1994 komt het complex in handen van Camille Oostwegel. Dankzij zijn investeringen wordt het Château gered van de ondergang en krijgt Bouwbedrijf Coppes de eervolle taak om het complex in haar oude luister te herstellen.
Na de rondleiding was het tijd voor de ledenvergadering met aansluitend de presentatie van Gert-Jan van Leeuwen over de Wkb en de bouwactiviteiten in, op en aan monumenten. De dag werd feestelijk afgesloten met een heerlijk diner op het Château zelf. We kijken tevreden terug op een geslaagde ledenvergadering en we komen graag nog eens langs.
Interesse om lid te worden van de Vakgroep Restauratie?
Lees hier verder: Voor (restauratie)bouwbedrijven met ambitie.