De garagebox, de spreekkamer en de indrukwekkende trap in het koetshuis van Museum van Loon worden verwijderd, om zo de originele rijtuigcarré en aangrenzende paardenstal in ere te herstellen. Een reconstructie dus, naar het beeld van enkele eeuwen geleden. In monumentenland een niet altijd even gewaardeerde ingreep.

Een dubbel woonhuis, in 1672 door architect Adriaan Dortsman aan de Amsterdamse Keizersgracht ontworpen, vormt nu het Museum van Loon. De kamers zijn ingericht met meubels, zilver en porselein, afkomstig uit familiebezit. Van de veertien generaties Van Loon sieren de portretten de wanden. De achter het huis gelegen zeventiende-eeuwse tuin wordt afgesloten door de fraaie gevelwand van het koetshuis. Tezamen een uniek ensemble. Bezoekers krijgen een compleet beeld van de omvang en uitstraling van een representatief grachtenpand op het hoogtepunt van de Gouden Eeuw.

Garage met benzinepomp

Tonko Grever is directeur/conservator van het museum. ‘In 1884 verwierf de familie Van Loon het monumentale pand. Lange tijd bleef het koetshuis als zodanig in gebruik. De paarden werden binnen voor de wagens gespannen, de koetsier klom op de bok en reed vanuit het koetshuis de Kerkstraat in. Tot 1916, toen zwichtte de familie voor het gemotoriseerde paard en werd het koetshuis omgebouwd tot garage, inclusief een benzinepomp. In de jaren zestig verbouwde architect C.W. Royaards het koetshuis voor Jonkheer Maurits. Die verbouwingen worden nu ongedaan gemaakt. Maar de verfraaide woonvertrekken op de eerste verdieping, die niet meer herinneren aan de oorspronkelijke, eenvoudige woning van de koetsier en zijn gezin, blijven bewaard.’ Een reconstructie, waarmee binnen monumentenland niet iedereen gelukkig is. ‘Het is geen veilige keuze’, beaamt JanKneppers van Aannemings- en bouwbedrijf Kneppers, erkend restauratiebouwbedrijf en lid van de Vakgroep Restauratie. ‘Maar alleen willen conserveren, is een vorm van lafheid, is het uit de weg gaan van keuzes. Het is de wens van de opdrachtgever om de oorspronkelijke situatie te herstellen en zo recht te doen aan het bijzondere geheel. Natuurlijk houden wij rekening met de geschiedenis en laten we iets zien van de ontwikkelingen door de eeuwen heen. En uiteraard zijn de ingrepen later, desgewenst, te herstellen. Blijft de trap, die we nu weghalen, bewaard. We slopen niet om te slopen. Maar het is absurd dat, door die angst voor reconstructie, het afgeven van de vergunningen twee keer zo lang moest duren’.

Koorddansen

Architect Leo Wevers, van bureau Vlaardingerbroek & Wevers, was onder meer verantwoordelijk voor de restauratie van ridderhofstad Guntherstein (vermoedelijk ook een ontwerp van Adriaan Dortsman), buitenplaats Trompenburg en het Spoorwegmuseum in Utrecht. Hij noemt de reconstructie van het koetshuis een absolute uitdaging, maar spreekt ook over ‘koorddansen’ en ‘bewegen op de vierkante centimeter’. Tegelijk is dat voor hem een ‘drive’. Hij wordt daarin gelijk bijgevallen door Jan Kneppers. ‘Je moet veel meer van het vak afweten wanneer je gaat reconstrueren dan wanneer je alleen hoeft te herstellen van wat op dat moment zichtbaar is, van zeg maar het afstoffen van de gevel. Er is onderzoek nodig, zoeken naar referenties, visie ontwikkelen’. Hij geeft als voorbeeld een te reconstrueren tuigkast. ‘We vonden, hoe mooi, een voorbeeld daarvan in het Friese Fogelsangh State te Veenklooster. Daar sleet de moeder van Philippa van Loon, voorzitter van de Stichting van Loon, haar oude dag. Dat is toch een prachtig verhaal!’

Apetrots

Lopend door de verbouwing bespreekt Jan Kneppers met een van zijn mensen een loszittend deurpaneel. ‘Je ziet hoe in dit soort werk de waardering voor het erfgoed toeneemt. Hoe de houding verandert van “mijn vader is een eikel, mijn grootvader is een nog grotere eikel” naar respect, naar waardering. Bewondering hoe vroeger werd gewerkt, nieuwsgierigheid naar de kennis en kunde van hen, die hiervoor aan het koetshuis werkten’. Tussendoor bepleit Kneppers dat er al op veel jongere leeftijd aandacht wordt gegeven aan het ambachtsvak. ‘Een voetbaltalent wordt al vanaf zijn achtste of negende jaar begeleid. Net als een getalenteerde pianist. Waarom ook niet op die leeftijd leren met een hamer om te gaan?’ En hij vertelt hoe apetrots zijn mensen zijn op dit soort ambachtswerk. ‘Ze laten hun reukspoor achter, kerven hun naam ergens in een balk, vertellen daarover aan hun vriendin tijdens de oplevering’.

Educatie

Na de restauratie zullen in wisselende opstellingen de rijtuigen van de familie Van Loon getoond worden, in combinatie met de tuigen en livreien, en soms ook met paarden. Daarnaast biedt het koetshuis ruimte voor het ontvangen van onder andere schoolgroepen. ‘We richten ons daarbij met name op MBO-leerlingen’, aldus Tonko Grever. ‘Voor hen gaan we educatieve programma’s ontwikkelen over bijvoorbeeld stijlleer en over het gebruik van historische materialen. Een betere plek daarvoor is toch amper denkbaar?’

Deel dit bericht