Tekst | Theo van Oeffelt Fotografie | Robert Jan Stokman Illustraties | Nationaal Restauratie Centrum

Een monumentaal woonhuis is als een oude dame

Wat Marco de Wolf zeker wist: een monumentaal woonhuis dient met respect en dus met deskundigheid te worden gerestaureerd. Voor het herstel van de gevel koos hij daarom bewust voor een erkend restauratiebedrijf. Samen met de aannemer ontdekte hij vervolgens tal van wetenswaardigheden.

De Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam, recht tegenover de Oude Kerk, is een van de oudste en misschien wel meest miskende plekjes in de hoofdstad. Aan levendigheid geen gebrek. Toeristen, hoerenlopers, studenten, autochtone Amsterdammers en junks; het loopt hier allemaal door elkaar. Ook wordt er al eeuwen gebouwd, verbouwd en herbouwd. Achter een strak gespannen doek gaat de steiger voor het huis van Marco de Wolf schuil, een grachtenpand uit 1685 met een al even rijke historie als de rest van de buurt. Een snelle blik op oude handgeschreven staten van het bevolkingsregister toont een rijke schakering aan vroegere bewoners, van handelsreizigers en kunstenaars tot schrijvers en bordeelhoudsters.

Stevige opknapbeurt

‘Enkele jaren geleden kocht interieurarchitect Marco de Wolf met zijn partner de bovenste etages. Na een ingrijpende renovatie begon Marco aan de volgende klus: de gevelpartij. Wankele stenen, inwatering en een losgeraakt kozijn hadden al duidelijk gemaakt dat ook ‘de jas’ toe was aan een stevige opknapbeurt. Marco was beducht om zomaar een aannemersbedrijf in te huren. ‘Met alle respect, maar zo’n bedrijf gaat waarschijnlijk rammen, op de verkeerde wijze de stenen voegen en met een likje verf de schade aan het oog proberen te onttrekken. Voor restaureren is degelijk vakmanschap nodig. Deskundige mensen met ervaring, waaraan je met een gerust hart een eeuwenoude gevel toevertrouwt. Ik zie mijn huis als een oude dame die voorzichtig behandeld moet worden en waarvan men vooral geen jonge meid mag maken, met botox en dat soort zaken.’

Eerst inventariseren

Marco oriënteerde zich met behulp van verschillende tijdschriften en websites, bezocht de Nederlandse Restauratiebeurs en kwam uit bij het erkende restauratiebedrijf De Cannenburgh, lid van Vakgroep Restauratie en gevestigd in Amsterdam. Voor het tot een begroting kwam, kreeg het pand eerst een inspectie waarbij alle gebreken werden geïnventariseerd. ‘Alleen als je goed in beeld hebt wat er gerestaureerd moet worden, kun je prioriteiten stellen en een planning maken,’ licht Gert Klein Ikkink, directeur van De Cannenburgh, toe. ‘In dit specifieke geval is er voor gekozen de werkzaamheden aan de voorgevel voorrang te verlenen boven die van de gevels in de binnenplaats.’ Een dergelijke aanpak pakte niet alleen qua efficiency en kosten het beste uit, maar leverde ook een overzichtelijke offerte op. Marco: ‘Van een gewone aannemer zou ik een begroting hebben gekregen waarin al het metselwerk tot één post is samengevoegd. Nu kreeg ik een offerte waarin voor elke plek en elk onderdeel, een aparte berekening was gemaakt, met nagenoeg geen ongewisse stelposten.’

De klik

Naast vertrouwen en vakmanschap is voor Marco ook ‘de klik’ erg belangrijk. ‘Ik moet goed met iemand kunnen samenwerken. Ook al ben ik geen professionele opdrachtgever, ik wil wel serieus worden genomen.’Gert Klein Ikkink onderschrijft dit. ‘De particuliere monumenteneigenaar komt maar een enkele keer in zijn leven voor een grote restauratie te staan. Voor hem is het dus onbekend terrein. Daarom proberen Hier wordt al eeuwen gebouwd, verbouwd en herbouwd we altijd zo helder mogelijk te communiceren en uit te leggen wat we doen en waarom we werken zoals we werken.’ Een andere belangrijke meerwaarde is de eigen werkplaats die erkende restauratiebedrijven verplicht zijn te bezitten. Zo kon de compleet verrotte dakgoot in de werkplaats á la minuut en geheel op maat vervangen worden. Datzelfde gold voor het uitgevallen kozijn dat in 1923 bleek te zijn ‘hersteld’ met behulp van houtkrullen en proppen krantenpapier. En af en toe wordt er ook iets onverwachts ontdekt, zoals de tralies die onder oud stucwerk tevoorschijn kwamen bij het souterrain. Een oude vorm van raamprostitutie, vermoedt Marco. ‘Hierachter zullen de meisjes hun voorstellen hebben geroepen naar voorbijkomend publiek. Prachtig hoe de geschiedenis van dit huis met steeds meer details kan worden ingevuld!’

Download hier het hele artikel (PDF)

Deel dit bericht